Geschiedenis ORAM

ORAM kent een boeiende geschiedenis. Het verhaal begint bij Scheepvaart Vereniging Noord.

Tegen het einde van de 19e eeuw waren Amsterdamse bedrijven in de haven en de scheepvaart weinig georganiseerd. Individuele bedrijven zorgden elk voor hun eigen regels met werknemers, voor zover daarvan sprake was in die tijd. Havenarbeiders waren werknemers met beperkte rechten en dat zorgde vaak voor spanningen. En dat terwijl de overslag in de haven stevig groeide, mede dankzij de Nederlands- Indische vloot. De Amsterdammers maakten lange, zware werkdagen en op zaterdagen werd hele dagen gewerkt. Het was de tijd van stoomvaart en handwerkers. Ongelukken op het werk, persoonlijk leed en drankmisbruik kwamen meer dan eens voor. Kortom, er was een duidelijke behoefte aan betere afspraken en samenwerking over lonen en werkomstandigheden tussen alle partijen in de haven. Tegen deze achtergrond ontstond begin 20e eeuw een beweging die zou leiden tot het huidige ORAM.

Rotterdam

In 1907 werd in Rotterdam de Scheepvaartvereniging Rotterdam (het latere SVZ) opgericht. In 1911 trad Henricus Paul Nijgh toe als bestuurslid van SVZ. Zijn ideeën voor een nationale scheepvaartvereniging voor beide havens kregen helaas te weinig steun. Maar hij gaf wel de aanzet tot de oprichting van de Scheepvaart-Vereeniging Noord in Amsterdam in 1917. De voorbereiding van de oprichting van de Scheepvaart-Vereeniging Amsterdam vond plaats in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog. De havens lagen praktisch stil vanwege de oorlog en er was voor de bedrijven in de haven bijna niets te doen. Daarom was er tijd om plannen te maken ter verbetering van allerlei omstandigheden, waaronder de sociale, die hebben geleid tot de oprichting van de SVN.

Aparte havenbelangenorganisaties

Bij het 10-jarig bestaan van de Scheepvaart-Vereeniging Rotterdam in 1917, schetste Paul Nijgh zijn plannen voor een landelijke organisatie. In Amsterdam waren reeds voor de Eerste Wereldoorlog aparte havenbelangenorganisaties ontstaan, zoals de Vereeniging van Werkgevers op Scheepvaartgebied in Noord-Holland, de Vereeniging van Werkgevers in de Veembedrijven en de Amsterdamsche Expediteurs Vereniging. Onder leiding van Nijgh kwam overleg op gang; als eerste stap naar een landelijke organisatie zou Amsterdam zich nu moeten gaan verenigen. En dat liet niet lang op zich wachten.

Oprichtingsvergadering

Na het nodige overleg en ’Rotterdamse steun’ vond op 20 juli 1917 de oprichtingsvergadering plaats van de Scheepvaart Vereeniging Amsterdam (SVA), later Scheepvaart Vereniging Noord, in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog waarin werkgevers in de scheepvaart en haven zich verenigden. In dat eerste verenigingsjaar werden meteen acht vakgroepen opgericht, waarin vertegenwoordigers uit diverse haven- en scheepvaartactiviteiten zitting namen (onder andere cargadoors, stuwadoors, expediteurs). Grondlegger Nijgh bleef in die jaren vasthouden aan zijn idee te streven naar uiteindelijk één landelijke vereniging, gezeteld in Den Haag. Deze ene vereniging zou dan een afdeling in havenplaatsen als Amsterdam en Rotterdam hebben, maar zou als geheel neutraal en verenigd zijn én blijven. Zo ver zou het uiteindelijk nooit komen, maar de band tussen Noord en Zuid zou in de daaropvolgende decennia blijven bestaan.

Opleiding Havenwerker

De Tweede Wereldoorlog ontwricht de Nederlandse economie en daarmee ook Amsterdam als haar belangrijkste aanvoerhaven. De bezetter maakt het S.V.N. zeer lastig haar taken uit te voeren en uiteindelijk worden in 1943 alle bezittingen en bevoegdheden door de bezetter genaast (ingepikt). Vanaf de jaren zestig groeit de haven verder en neemt de vraag naar goed geschoold personeel toe. SVN breidt haar takenpakket uit door het opzetten van een Opleiding Havenwerker.

Fusie S.V.N. en A.I.V.

Al in 1969 besloot de vereniging middels een statutenwijziging om ook de belangen te behartigen van industriële ondernemingen in het havengebied. Als gevolg van de fusie tussen de S.V.N. en de Amsterdamse Industrievereniging (AIV) werd in 1996 een naamswijziging doorgevoerd en gaat de organisatie vanaf dat moment verder als SIVN (Scheepvaart- en Industrie Vereniging Noordzeekanaalgebied). Met deze structuurwijziging wordt de belangenbehartiging overgedragen aan de Algemene Werkgevers Vereniging (AWVN) waarmee SIVN zich concentreert op haar taak als ondernemersorganisatie.

Oprichting ORAM

Op 1 maart 2002 wordt het huidige ORAM opgericht, een fusie van Amsterdamse branche- en bedrijvenverenigingen: de SIVN fuseert met de Amsterdamse Industrievereniging (AIV) en Bedrijvenvereniging Amsterdam Teleport (BAT). Belangrijkste overwegingen voor deze ‘fusie tussen gelijken’ waren krachtenbundeling en gezamenlijke belangenbehartiging door de diverse soorten bedrijven binnen, maar ook buiten de haven, zoals de industrie en bijvoorbeeld Schiphol (Bedrijfsvereniging Amsterdam Schiphol, BAS) en de bedrijven aan de Zuidas.

ORAM belangenbehartiger

De vereniging kreeg de structuur van een matrixorganisatie die recht deed aan de oorsprong van de achterliggende verenigingen; de telematica-gerelateerde bedrijven in en rond Sloterdijk (BAT), de industrie gerelateerde bedrijven, ook wel de ‘droge poot’ genaamd (AIV) en de havenbedrijven, de zogenaamde ‘natte poot’ (SIVN). Door deze brede opzet zouden de leden van de oorspronkelijke verenigingen zich in ORAM herkennen en vestigde deze zich in de jaren daarna als een sterke belangenbehartiger van het Amsterdamse bedrijfsleven. Het logo van ORAM bleef wel een sterkere verwijzing houden naar de scheepvaartachtergrond van de vereniging; een kompas en rood-wit-blauwe kleurvoering als verwijzing naar de maritieme oorsprong.

Effectief organiseren

In de jaren na de eeuwwisseling verbreedt ORAM haar functie van het verzorgen van belangenbehartiging naar ook het faciliteren van netwerken, zakelijk ontmoeten en inhoudelijke bijeenkomsten. De belangrijkste wapenfeiten van ORAM laten zich samenvatten als het effectief organiseren van samenwerking.